5e zondag van de Veertigdagentijd (Jaar B)

17 Mar 2024

Vooral daar waar er catechumenen zijn, kunnen ook in jaar B op de derde, vierde en vijfde zondag van de veertigdagentijd de betreffende evangelielezingen voor die zondagen uit de A-cyclus genomen worden, omdat deze evangelies van het grootste belang zijn met het oog op de christelijke initiatie. Dat betekent voor de vijfde zondag in Jaar B de opwekking van Lazarus. Voor de jaren B en C worden echter ook andere teksten gegeven, op deze vijfde zondag in het B-jaar teksten van Johannes over de aanstaande verheerlijking van Christus door diens kruis en verrijzenis. Wanneer in de jaren B en C niet op de betreffende zondagen de evangelielezing van Jaar A werd genomen, is voorzien dat deze dan wel op elke weekdag van de betreffende week genomen worden in plaats van de lezingen van de dag. (vgl. Ordo lectionum Missae 97 en 98, en Homiletisch Directorium 69).

De lezingen die voorzien zijn voor de vijfde zondag van de veertigdagentijd in Jaar B spreken over de betekenis van het lijden, sterven en verrihzen van de Heer. Uitgangspunt is het evangelie van Johannes (12, 20-33), dat spreekt de over het optrekken van Jezus naar Jeruzalem; onderweg spreekt Hij over het sterven van de graankorrel in de aarde, waardoor veel vrucht wordt voortgebracht, en over zijn aanstaande dood en verheerlijking. In de tweede lezing (Hebr. 5, 7-9) vat de schrijver van de brief aan de Hebreeën dit geloofsgeheim samen; Christus heeft in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd en is oorzaak geworden van eeuwig heil. De eerste lezing (Jes. 31, 31-34) wijst erop, dat God een nieuw verbond sluit waardoor de zonden van de mens worden vergeven.

Liturgische bijzonderheden

Het bedekken van kruisen en beelden

Het gebruik om de kruisen en beelden in het kerkgebouw te bedekken vanaf de vijfde zondag van de veertigdagen kan in ere gehouden worden. (Paschalis sollemnitatis, 26). De kruisen blijven bedekt tot na de liturgische viering van het lijden en sterven van de Heer op Goede Vrijdag, de beelden tot aan het begin van de Paaswake. (Paschalis sollemnitatis, 26). Wanneer dit bedekken van de kruisen niet gebeurt op de zaterdag voorafgaand aan de liturgie van de vijfde zondag van de veertigdagentijd, verdient het aanbeveling om dit alsnog te doen na de avondmis van Wittre Donderdag, en dan met een rode of paarse doek (Paschalis sollemnitatis 57).

Wanneer op Goede Vrijdag bij de ritus van de kruisaanbidding gekozen wordt voor het binnendragen en onthullen van het bedekte kruis (Altaarmissaal p. 330, eerste vorm van kruistoning) is het aan te bevelen dat de kruisbeelden bedekt zijn vanaf deze vijfde zondag van de veertigdagentijd, resp na de avondmis van Witte Donderdag.