De nachtmis van Kerstmis
De voorbereiding op de nachtmis
De Kerk wenst dat de gelovigen zo mogelijk op de avond van 24 december deelnemen aan de lezingendienst als directe voorbereiding op de eucharistieviering van middernacht. Waar dit niet gebeurt, kan het nuttig zijn om een wake te houden die bestaat uit liederen, lezingen en elementen van volksvroomheid en om zich door deze dienst te laten inspireren. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 110)
In het tijdsverloop van de vespers van Kerstmis tot de nachtmis, kent de volksvroomheid de traditie om de kerstliederen te zingen, die een van de machtigste middelen vormen voor het overbrengen van de boodschap van vreugde en vrede. Daarmee verbonden biedt zij enkele, van land tot land verschillende, vormen van gebed. Het is nuttig daarvan gebruik te maken en deze, zo nodig, af te stemmen op de liturgievieringen zelf, zoals bijvoorbeeld het opstellen van “levende kerststallen” en de zegening van het kerststalletje thuis, waardoor een moment van gebed van het hele gezin mogelijk gemaakt wordt. Het gebed daarbij dient het lezen van het verhaal van Lucas over de geboorte van Jezus te bevatten, waarbij de typische kerstliederen weerklinken en smeekbeden en lofprijzingen opstijgen, vooral van de kinderen, die de hoofdrolspelers zijn in deze samenkomst van het gezin. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 109).
De nachtmis van Kerstmis
In de nachtmis, die van grote liturgische betekenis is en door volksgebruiken is beïnvloed, kan men gebruik maken van de volgende elementen:
- bij het begin van de mis kan het lied van de aankondiging van de geboorte van de Heer genomen worden in de formulering van het Martyrologium Romanum;
- het gebed van de gelovigen zal een waarlijk universeel karakter moeten krijgen. Dit dient, waar dit van toepassing is, ook tot uitdrukking gebracht te worden door een veelheid van talen. Bij het aanbieden van de gaven zal altijd een concrete verwijzing naar de armen dienen voor te komen;
- aan het einde van de viering kan de beeltenis van het Jezuskind door de gelovigen worden gekust en kan het beeld worden neergelegd in de kerststal, die in de kerk of in de nabijheid is ingericht. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 111).
In het holst van de nacht, terwijl de rest van de wereld slaapt, maken de christenen het kerstgeschenk open: de gave van het vlees geworden Woord. De profeet Jesaja kondigt aan: “Het volk dat in het donker wandelt, ziet een groot licht”. Hij vervolgt met de verwijzing naar de roemvolle overwinning van de held-veroveraar die de staf van de slavendrijver heeft gebroken en de oorlogsinstrumenten heeft prijsgegeven aan de vlammen. Hij kondigt aan dat het rijk van hem die zal regeren, groot zal zijn en voor altijd in vrede en hij overlaadt hem ten slotte met titels: “Wonderbare Raadsman, Goddelijke Held, Eeuwige Vader, Vredevorst”. Het begin van het evangelie laat de voortreffelijkheid van zulke waardigheidsbekleder uitkomen door met name de keizer en de landvoogd te noemen die heersen, wanneer Hij op het toneel verschijnt. Het verhaal gaat verder met een verbijsterende openbaring: die machtige koning is geboren in een eenvoudig dorp aan de rand van het Romeinse rijk, en zijn moeder “wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg”. Alle paradoxen van het evangelie worden gesuggereerd door de tegenstelling tussen de held-veroveraar, beschreven door Jesaja, en het weerloze kindje in de stal. Het bewustzijn van deze paradox wortelt diep in het hart van de gelovigen en trekt hen in het holst van de nacht naar de kerk. Het gepaste antwoord bestaat erin, dat wij onze dankbaarheid verenigen met die van de engelen, van wie het gezang deze nacht weerklinkt in de hemel. (Homiletisch Directorium, 113)
Het Woord is vlees geworden om ons te verlossen dankzij zijn vergoten bloed en om ons met Hem te verheffen tot de heerlijkheid van de verrijzenis. De eerste leerlingen herkenden de nauwe band tussen de menswording en het paasmysterie, zoals de hymne getuigt die wordt aangehaald in de brief van de heilige Paulus aan de Filippenzen (2, 5-11). Het licht van de nachtmis is hetzelfde licht als dat van de paaswake. De collectagebeden van deze twee grote plechtigheden beginnen met zeer op elkaar lijkende bewoordingen. Met Kerstmis bidt de priester: “God, Gij hebt deze heilige nacht doen stralen door de luister van het ware licht...”; met Pasen: “God, Gij verlicht deze heilige nacht door de glorievolle verrijzenis van de Heer...”. (Homiletisch Directorium, 116)