Het hoogfeest van Christus Koning (34e zondag door jaar)
“Op de laatste zondag door het jaar wordt het hoogfeest van Christus, Koning van het heelal gevierd” (Alg. Normen voor het liturgisch jaar, 6d).
Instelling en oorspronkelijk doel van het feest
Het hoogfeest van Christus Koning is van betrekkelijk recente datum. Het werd door paus Pius XI ingevoerd met de encycliek “Quas primas” van 11 december 1925, bij gelegenheid van het jubeljaar, waarin het zestiende eeuwfeest werd gevierd van het concilie van Nicea, dat de wezensgelijkheid van de Zoon met de Vader geproclameerd had. Dit jubeljaar werd door de paus besloten met de instelling en opname in de liturgie van het feest van Onze Heer Jezus Christus Koning. “Want om het volk van geloofswaarheden te doordringen en het daardoor tot de innerlijke levensvreugde op te wekken, heeft het jaarlijks vieren van de heilige mysteries grotere uitwerking dan ieder document, hoe belangrijk ook, dat uitgaat van het kerkelijke leergezag”. Hij stelde het feest in “met tevens de bedoeling te voorzien in de noden van onze tijd en om een zeer voornaam geneesmiddel toe te passen tegen de plaag die de maatschappij teistert”, nl. het laïcisme, dat de heerschappij van Christus over alle volkeren ontkende en aan de kerk de taak ontzegde om volkeren te onderrichten en te leiden en om wetten uit te vaardigen. Tegen het om zich heen grijpende geloofsafval, die de christelijke gezinnen ontwrichtte, stelde de paus de plicht van de katholieken om de wereld te heroveren voor Christus.
De paus zag in de jaarlijkse viering van Christus’ Koningschap overal ter wereld een machtig middel om de openlijke geloofsafval aan de kaak te stellen en tot een herstel van het geloofsleven te komen. “Wordt immers niet bij internationale bijeenkomsten en in de volksvertegenwoordiging de allerzoetste naam van onze Verlosser in een onwaardig stilzwijgen gesmoord? Welnu, des te luider moeten wij die verheven naam uitroepen en de rechten van Christus’ koninklijke waardigheid en macht in des te wijder kring bevestigen”.
Datum van het feest
Als datum voor het feest bepaalde Pius XI de laatste zondag van oktober, onmiddellijk voorafgaand aan het feest van Allerheiligen. Hij plaatste het feest op een zondag, opdat ook het volk dan in staat was om “een schitterend getuigenis van zijn gehoorzaamheid en verknochtheid aan Christus” af te leggen. Als motief voor de laatste zondag van oktober gaf de paus op: “… wanneer de kringloop van het kerkelijk jaar weldra wordt gesloten. Want de herdenking van de geheimen van Christus’ leven, die in de loop van het voorafgaand jaar plaats heeft gehad, vindt zo door het plechtig feest van Christus Koning haar afsluiting en bekroning. Ook wordt dan, alvorens wij de glorie van alle heiligen vieren, de roem en heerlijkheid verkondigd van Hem, die in al Zijn heiligen en uitverkorenen triomfeert”.
Na Vaticanum II
In de liturgievernieuwing van Vaticanum II is het feest van Christus Koning verplaatst naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar. De reden die daarvoor door het officiële commentaar op de nieuwe ordening van de Romeinse kalender gegeven wordt luidt: “… omdat ook het eschatologische aspect van deze zondag beter in het licht gesteld wordt. De officiële nieuwe titel van het feest is: “Christus, Koning van het heelal”.
Christus Koning is de viering van het eschatologisch heilsmysterie. Dat komt ook tot uitdrukking in het herziene leesrooster: “De lezingen van de 34e en laatste zondag hebben betrekking op Christus, koning van het heelal, voorafgebeeld door David, openlijk erkend te midden van de vernederingen van zijn lijden en kruisdood, heersend in de kerk en wederkomend op het einde van de tijden” (Inleiding Ordo lectionum missae, 108).
Ook in de gebeden van de mis klinkt de eschatologische gedachte door. Zo wordt in de eigen prefatie voor deze dag tot God gebeden: “Gij hebt uw Zoon met heerlijkheid gekroond, Priester in eeuwigheid, Koning en Heer van heel de schepping, Jezus Christus. Hij heeft uw raadsbesluit geopenbaard. Op het kruis heeft Hij zichzelf gegeven, alles heeft Hij volbracht, om onze vrede te worden. Hij maakt de wereld tot een nieuwe schepping.”