Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus
Vrijdag na de tweede zondag na Pinksteren
Op deze dag viert de Kerk “het Hoogfeest van het Allerheiligste Hart van Jezus, die zachtmoedig en nederig van hart en omhoog geheven aan het kruis, bron van leven en liefde is geworden, opdat alle volken daaruit kunnen putten " (Romeins Martyrologium, 2008, p. 37).
Op de vrijdag na de tweede zondag na Pinksteren viert de Kerk het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus. Behalve de liturgieviering hebben vele andere uitingen van godsvrucht het Hart van Christus als onderwerp. Er is immers geen twijfel dat de devotie tot het Hart van de Verlosser een van de meest verbreide en meest geliefde uitingen is geweest en nog is van de godsvrucht van de Kerk. In het licht van de goddelijke Schrift verstaan, geeft de uitdrukking “Hart van Christus” het mysterie zelf van Christus aan, de totaliteit van zijn wezen, zijn persoon, beschouwd in zijn diepste en wezenlijk kern: Zoon van God, niet geschapen wijsheid, oneindige liefde, begin van heil en heiliging voor heel de mensheid. Het “Hart van Christus” is Christus, het vlees geworden en verlossend Woord, met oneindige goddelijk-menselijke liefde in de Geest en met heel zijn wezen gericht op de Vader en op de mensen, zijn broeders en zusters. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 166)
De devotie voor het Hart van Jezus heeft, zoals de pausen van Rome dikwijls vermeld hebben, een hecht fundament in de Schrift. Jezus, die één is met de Vader (vgl. Joh. 10, 30) nodigt zijn leerlingen uit te leven in innige gemeenschap met Hem en zijn persoon en woord aan te nemen als gedragsnorm. Hij openbaart zich als een meester, “zachtmoedig en nederig van hart” (Mat. 11, 29). Men kan in zekere zin zeggen dat de devotie tot het hart van Jezus het in cultische termen vertalen is van de blik waarmee overeenkomstig het woord van de profeet in het evangelie alle generaties van christenen zullen opzien naar Hem die doorboord is (vgl. Joh. 19, 37; Zach. 12, 10), d.w.z. zullen opzien naar de door de lans doorboorde zijde van Christus, waaruit bloed en water vloeiden (vgl. Joh. 19, 34), het symbool van het “wonderbaarlijk sacrament van heel de Kerk”. De tekst bij Johannes die het tonen van de handen en de zijde door Christus aan de leerlingen verhaalt (vgl. Joh. 20, 20) en de uitnodiging van Hem aan Thomas zijn hand uit te strekken en te leggen in zijn zijde (vgl. Joh. 20, 27) heeft ook een aanzienlijke invloed gehad bij het ontstaan en de ontwikkeling van de godsvrucht van de Kerk jegens het Heilig Hart. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 167)
Deze en andere teksten die de Christus voorstellen als het paaslam, dat zegeviert, ook al is het geslacht (vgl. Apok. 5, 6), waren een onderwerp van voortdurende meditatie bij de heilige Vaders, die de rijkdom ervan op leerstellig gebied onthulden en de gelovigen soms uitnodigden door te dringen in het mysterie van Christus via de in zijn zijde geopende deur. Zo zegt de heilige Augustinus (Sermo 311, 3): “De ingang is toegankelijk: Christus is de deur... Ook voor u ging die open, toen zijn zijde door de lans geopend werd. Denk aan wat eruit naar buiten kwam; kies derhalve voor de plaats waar u kunt binnengaan. Uit de zijde van de Heer, die aan het kruis hing en stierf, vloeiden bloed en water, toen zij door de lans geopend werd. In het water is uw reiniging gelegen, in het bloed uw verlossing”. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 168)
De devotie tot het Heilig Hart vormt een grote historische uiting van de godsvrucht van de Kerk voor Jezus Christus, haar Bruidegom en Heer. Zij vraagt een fundamentele houding die bestaat uit bekering en herstel, liefde en dankbaarheid, apostolische inzet en toewijding tegenover Christus en zijn heilswerk. Daarom bevelen de Apostolische Stoel en de bisschoppen haar aan en bevorderen zij een vernieuwing hiervan. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 172)