Hoogfeest van het Lichaam en Bloed van Christus - Sacramentsdag
Op deze dag viert de Kerk het hoogfeest van het Allerheiligst Lichaam en Bloed van Christus: met deze heilige spijzen geeft Hij ons het geneesmiddel tot de onsterfelijkheid en het onderpand van de verrijzenis. (vgl. Romeins Martyrologium, 2008, p. 37)
Achtergrond en verspreiding van het feest
De donderdag volgend op het hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid viert de Kerk het hoogfeest van het Heilig Lichaam en Bloed van de Heer. Het feest, dat in 1264 door paus Urbanus IV uitgebreid werd tot de hele Latijnse Kerk, vormde enerzijds een antwoord van geloof en eredienst op de ketterse theorieën over de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie, anderzijds was het de bekroning van een beweging van vurige devotie voor het verheven altaarsacrament. De volksvroomheid begunstigde het proces van de instelling van Sacramentsdag; op zijn beurt was dit weer een oorzaak van en aanleiding tot het ontstaan van nieuwe eucharistische godsvrucht bij het volk van God. Gedurende eeuwen is de viering van Sacramentsdag het belangrijkste convergentiepunt geweest van de volksvroomheid jegens de eucharistie. In de zestiende en de zeventiende eeuw hebben het geloof (opnieuw tot leven gebracht door de behoefte te reageren op de ontkenningen van de protestantse bewegingen) en de cultuur (kunst, literatuur, folklore) gewedijverd om veel uitingen van volksvroomheid jegens de eucharistie levend en belangrijk te maken. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 160)
De eucharistieviering op Sacramentsdag
Op het hoogfeest van het allerheiligst Lichaam en Bloed van Christus (Sacramentsdag) zijn teksten uitgekozen die aan de belangrijkste kenmerken van deze viering beantwoorden. (Ordo lectionum missae, 108) De eigen sequentie van deze dag is facultatief; wordt de sequentie genomen, dan dient deze te worden gezongen vóór het alleluia (vgl. Algemeen Statuut van het Romeins Missaal, 64) Deze sequentie “Lauda Sion, Salvatorem” kan volledig gezongen worden, of in een verkorte vorm (vanaf: “Ecce panis”) (Ordo lectionum missae, nr. 167; Fraduale Romanum 1974, p. 379-383)
De sacramentsprocessie
Waar het naar het oordeel van de diocesane Bisschop mogelijk is, houde men, vooral op het feest van het Lichaam en Bloed van Christus, een processie langs openbare wegen, als publieke uiting van verering voor de allerheiligste Eucharistie. (Wetboek van Canoniek Recht, can. 944, § 1)
In het pastorale leven van een parochie of stad heeft onder de sacramentsprocessies een bijzondere plaats of betekenis die processie, die jaarlijks niet Sacramentsdag wordt gehouden of op een geschiktere dag rond dit hoogfeest. Waar de tegenwoordige omstandigheden het toelaten, is het gewenst en kan het ook werkelijk een teken zijn van het gezamenlijk geloof en aanbidding, dat deze processie behouden blijft overeenkomstig de norm van het recht.
Als een stad echter zeer groot is, en het pastoraal gewenst is, is het toegestaan, naar het oordeel van de bisschop van de bisdom, meer processies te houden in de voornaamste delen van de stad.
Waar op het hoogfeest van Sacramentsdag geen processie gehouden kan worden, is het gewenst dat in de kathedraal of op andere geschikte plaatsen een openbare plechtigheid wordt gehouden voor heel de stad of voor de voornaamste delen daarvan. (Romeins Rituale, De heilige communie en de verering van de eucharistie buiten de Mis, nr. 102)
De betekenis van de sacramentsprocessie
Het feest van het Lichaam des Heren inspireerde tot nieuwe vormen van eucharistische devotie onder het volk van God, die tot op de dag van vandaag nog bestaan, o.a. de processie, die het prototype is van de eucharistische processies: zij zet de viering van de eucharistie voort en wel zo, dat het christenvolk publiek getuigenis aflegt van zijn geloof en van zijn verering voor het allerheiligst sacrament. … Laat het geloof in God, die door vlees te worden zich tot onze reisgezel heeft gemaakt, overal verkondigd worden en in het bijzonder in onze straten en temidden van onze huizen, als uitdrukking van onze dankbare liefde en als bron van onuitputtelijke zegeningen (Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, Het jaar van de Eucharistie. Suggesties en voorstellen, 2004, nr. 11).
De processie op het hoogfeest van het Lichaam en Bloed van Christus is, om zo te zeggen, de “standaardvorm” van de eucharistische processies. Zij is inderdaad een “verlengstuk” van de eucharistieviering: onmiddellijk na de mis wordt de hostie die daarin geconsacreerd is, buiten het kerkgebouw gebracht, opdat het christenvolk publiekelijk een getuigenis aflegt van geloof en verering voor het Allerheiligste Sacrament. De gelovigen begrijpen en beminnen de waarden die diep geworteld zijn in de sacramentsprocessie: zij voelen zich Gods volk dat op weg is met zijn Heer, het geloof belijdend in Hem die waarlijk God-met-ons’ geworden is.
Het is echter noodzakelijk dat bij eucharistische processies de normen die het houden ervan regelen, in acht genomen worden, in het bijzonder die welke de waardigheid ervan en de aan het Allerheiligste Sacrament verschuldigde eerbied garanderen. Het is ook noodzakelijk dat de typische elementen van de volksvroomheid, zoals het versieren van straten en ramen, de bloemenhulde en de rustaltaren onderweg, waar het allerheiligste neergezet zal worden, de liederen en de gebeden, allen ertoe brengen hun geloof in Christus te tonen, slechts gericht als zij zijn op de lof van de Heer en dat ze wars zijn van iedere vorm van wedijver. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 162)
De regelingen i.v.m. de Sacramentsprocessie
Het is aan de diocesane Bisschop ten aanzien van processies richtlijnen te bepalen, waarin zorg gedragen wordt in de deelneming hieraan en het waardig verloop ervan. (Wetboek van Canoniek Recht, can. 944, § 2)
Het is het beste als de processie met het heilig sacrament plaats vindt na de eucharistieviering, waarin de hostie, die in de processie wordt rondgedragen, wordt geconsacreerd. Er is helemaal niets op tegen dat de processie wordt gehouden na een openbare en langdurige aanbidding, die volgt in aansluiting op de eucharistieviering. (Romeins Rituale, De heilige communie en de verering van de eucharistie buiten de Mis, nr. 104)
De sacramentsprocessies worden geregeld volgens de plaatselijke gewoonten, zowel wat betreft de versiering van wegen en streek, als wat betreft volgorde van de deelnemers. Gedurende de tocht kunnen ook, als dit de gewoonte is en pastoraal gewenst, onderbrekingen gehouden worden met de zegen van het sacrament. De gezangen echter en de gebeden die gezegd worden, moeten zo gekozen worden, dat zij alle het geloof in Christus uitdrukken en zich tot de Heer alleen richten. (Romeins Rituale, De heilige communie en de verering van de eucharistie buiten de Mis, nr. 104)
Kaarsen, wierook en de baldakijn, waaronder de priester loopt die het sacrament draagt, worden gebruikt volgens de gewoonten ter plaatse. Het is wenselijk dat de processie van de ene kerk naar de andere trekt. Als de plaatselijke omstandigheden het vragen, kan men echter ook naar dezelfde kerk terugkeren vanwaar men vertrokken is. (Romeins Rituale, De heilige communie en de verering van de eucharistie buiten de Mis, nr. 106-107)
Een eucharistische processie sluit gewoonlijk af met de zegening met het allerheiligste sacrament. In het bijzondere geval van de sacramentsprocessie vormt de zegen het plechtig slot van de hele viering. In plaats van de gebruikelijke zegen van de priester wordt de zegen met het Allerheiligste Sacrament gegeven. Het is belangrijk dat de gelovigen begrijpen dat de zegen met het Allerheiligste Sacrament niet een op zich staande vorm van eucharistische vroomheid is, maar het afsluitende ogenblik van een cultische ontmoeting die op voldoende wijze verlengd is. Daarom verbiedt de liturgische norm de uitstelling die alleen maar gedaan wordt voor het geven van de zegen. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 163)