Palmzondag
De Kerk viert op deze dag "Palmzondag van het lijden van de Heer, toen onze Heer Jezus Christus overeenkomstig de profetie van Zacharia, op een ezelsveulen gezeten, Jeruzalem binnenging en de menigte met palmtakken Hem tegemoet ging" (Romeins Martyrologium, 2008, p. 36).
De Goede Week begint op Palmzondag of zondag van de Passie van de Heer, die het voorteken van Christus’ koninklijke triomf en de aankondiging van zijn lijden en sterven met elkaar verbindt: “Twee oude tradities vormen deze liturgische viering, die uniek is in zijn soort: het gebruik van een processie in Jeruzalem en de lezing van het passieverhaal in Rome. De uitbundigheid die de koninklijke intocht van Christus omgeeft, maakt onmiddellijk plaats voor een van de gezangen over de Lijdende Dienaar en de plechtige verkondiging van de passie van de Heer. En deze liturgie vindt plaats op zondag, de dag die van oudsher is verbonden met de verrijzenis van Christus.” (Homiletisch Directorium, 77)
De herdenking van intrede van Jezus in Jeruzalem
De intrede van Jezus in Jeruzalem, de stad van zijn lijden, sterven en verrijzenis, kan op Palmzondag herdacht worden op verschillende wijzen.
Eerste vorm van herdenking: de plechtige processie
De gelovigen komen bijeen op een geschikte plaats in een bijkerk, kapel of een andere geschikte plaats buiten de kerk waar men in processie naar toe zal gaan. Bij de intrede van de priester met zijn assistenten wordt een passend liturgisch lied gezongen; na de opening en het inleidend woord vindt de zegening van de palmtakken plaats. Vervolgens wordt het evangelie van de intocht van Jezus gelezen, zoals voorzien voor het betreffend liturgisch jaar. Eventueel wordt een korte homilie gehouden. Daarna worden de gelovigen opgeroepen om met palmtakken in de hand na de liturgische bedienaren in processie naar de kerk te gaan onder het zingen van de passende gezangen. (vgl. Altaarmissaal, p. 286-293)
De herdenking van de Messiaanse intocht van de Heer in Jeruzalem geschiedt van oudsher met een plechtige processie waarin de christenen deze gebeurtenissen vieren; met acclamaties en gebaren volgen zij de kinderen der Hebreeën na die de Heer tegemoet gingen en Hem ‘Hosanna’ toezongen. De processie wordt slechts eenmaal gehouden en wel steeds vóór die eucharistieviering waaraan de deelname van het volk het grootst is, ook wanneer dit de avondmis is van zaterdag of zondag. De palmen of takken zijn gezegend om ze in processie mee te dragen. (vgl. Paschalis sollemnitatis, 29); de deelname aan de processie is van werkelijk belang en niet alleen het zich verschaffen van een palm- of een olijftakje (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 139).
Tweede vorm van herdenking: de plechtige intrede
De tweede vorm van herdenking is een plechtige intrede, wanneer er geen processie buiten het kerkgebouw gehouden kan worden. Vóór de kerkdeur of in de kerk zelf komen de gelovigen bijeen, waar de ritus plaats vindt zoals hierboven beschreven. Er wordt een processie gehouden naar het priesterkoor.
Derde vorm van herdenking: de eenvoudige intrede
De derde vorm is een eenvoudige intrede die op deze zondag plaats vindt in elke eucharistieviering waarbij geen plechtige intrede wordt gehouden. Hier blijven de zegening van de palmtakken en de processie achterwege.
De lezing van de Passie oftewel het lijdensverhaal
In de liturgie van het woord wordt op Palmzondag van het C-jaar als evangelie het lijdensverhaal gelezen volgens de evangelist Lucas. “Het is aan te raden dat het op de traditionele wijze wordt gezongen of voorgelezen, namelijk door drie personen die respectievelijk de rol van Christus, van de evangelist en van het volk vervullen. Het lijdensverhaal moet worden gezongen of gelezen door diakens of priesters, of, als zij er niet zijn, door lectoren; in dit geval moet de rol van Christus voorbehouden blijven aan de priester-celebrant. Deze verkondiging van het lijden en sterven geschiedt zonder begeleiding van licht en wierook, zonder begroeting van het volk en zonder bekruising van het boek; alleen de diakens vragen de zegen van de priester, zoals anders vóór het evangelie. Het verdient aanbeveling tot geestelijk welzijn van de gelovigen het lijdensverhaal in zijn geheel te lezen.” (Paschalis sollemnitatis, nr. 33)
Het gebruik van gezegende (palm)takken buiten de processie of plechtige intocht op Palmzondag
De zegening en uitdeling van de palmtakken op Palmzondag wordt strikt verbonden met de viering de eucharistie en de daaraan voorafgaande de processie of plechtige intocht, en kunnen niet plaatsvinden buiten dat kader van de eucharistie (Notitiae 10 [1974], p. 80).
Palm- en olijftakjes dienen vooral bewaard te worden als getuigenis van het geloof in Christus, de Messiaanse koning, en zijn overwinning met Pasen. De gelovigen bewaren thuis en soms op hun werkplek palmtakken of takken van de olijfboom of andere bomen die gezegend zijn en in processie meegedragen zijn. De deelname aan de processie is van werkelijk belang en niet alleen het zich verschaffen van een palm- of een olijftakje; deze takjes mogen niet bewaard worden als een middel om schade af te wenden die door hen veroorzaakt wordt aan huizen en velden of om boze geesten op een afstand te houden; dat zou een vorm van bijgeloof kunnen zijn. (vgl. Directorium over volksvroomheid en liturgie, 139)