Zegening van kerstkribbe en kerstboom
Zegening van kerstkind en kerstkribbe
Paus Paulus VI heeft het gebruik ingesteld dat de beeldjes van het Jezus-Kind voor de kerstkribben worden gezegend. Dit kan gebeuren op de derde of vierde zondag van de advent. In Rome worden voor deze zegening kinderen uit alle parochies van de stad uitgenodigd bij de Sint Pieter.
Het is mogelijk om de Jezus-beeldjes en ook om de kerstkribbe thuis te zegenen als een moment van gebed voor het hele zin. In dit laatste geval kan men bij het gebed het verhaal van Lucas over de geboorte van Jezus lezen, kerstliederen zingen en smeekbeden en lofprijzingen uitspreken, waarbij de kinderen een actieve rol vervullen (vgl. Directorium over volksvroomheid en liturgie, nr. 104 en 109). In het huisgezin kan een priester, diaken, een van de ouders of een andere geschikte leek de zegening verrichten.
Eventueel kan ook een kerstkribbe of kerststal in de kerk gezegend worden. Gebeurt dit tijdens de Eucharistieviering plaats, dan wordt enkel het zegeningsgebed uitgesproken en wel als slotgebed van het gebed van de gelovigen.
Zegening van een kerstboom
Eventueel kan ook de zegening van de kerstboom plaatsvinden (vgl. Directorium over volksvroomheid en liturgie, nr. 109). Afgezien van zijn historische oorsprong is de kerstboom tegenwoordig een sterk evocatief en in christelijke kringen zeer verbreid symbool. De kerstboom doet denken aan zowel de levensboom, geplant midden in de hof van Eden (vgl. Gen, 2, 9), als aan de kruisboom en krijgt dus een christologische betekenis: Christus is de ware levensboom, geboren uit ons geslacht, uit de maagdelijke, heilige aarde die Maria is, de altijd groene boom, rijk aan vruchten. Een christelijke versiering van de boom kan ook “geschenken” toevoegen: tot de geschenken die onder de kerstboom gelegd worden, behoort ook een gave voor de armen.
Teksten voor deze zegeningen vindt men in het Klein Rituale voor de Nederlandse Kerkprovincie, Uitgave NRL, nr. 840-846.