De Goede Week
In de Goede Week viert de Kerk de heilsmysteries die Christus tijdens de laatste dagen van zijn leven heeft voltrokken, te beginnen met zijn Messiaanse intocht in Jeruzalem.
De veertigdagentijd duurt tot de donderdagavond. Met de avondmis van Witte Donderdag begint echter het paastriduum; dit wordt voortgezet op Goede Vrijdag en Stille Zaterdag; het hart ervan is de paaswake en het wordt besloten met het avondgebed van paaszondag.
De dagen van de Goede Week, van maandag tot en met donderdag, hebben voorrang op alle vieringen. (Paschalis sollemnitatis, 27)
De betrokkenheid van het volk bij de plechtigheden van de Goede Week is groot. Sommige daarvan dragen nog de sporen van hun herkomst uit de omgeving van de volksvroomheid. In de loop der eeuwen heeft echter in de plechtigheden van de Goede Week een soort parallellisme van vieringen plaatsgevonden, waardoor men als het ware twee cycli met een verschillende opzet heeft: de een strikt liturgisch, de ander gekenmerkt door bijzondere oefeningen van godsvrucht, vooral processies.
Een dergelijk verschil zou moeten leiden tot een correcte harmonisatie van de liturgievieringen en oefeningen van godsvrucht. Met betrekking tot de Goede Week moeten immers de aandacht en liefde voor de uitingen van volksvroomheid die het volk dierbaar zijn, leiden tot een noodzakelijke waardering voor liturgische handelingen die zeker ondersteund worden door daden van volksvroomheid. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 138)