Gedachtenis van Maria op zaterdag
Oorsprong
De gewoonte om de zaterdag aan de heilige maagd Maria te wijden, die op het einde van de achtste eeuw in Karolingische kloosters is ontstaan, is spoedig algemeen geworden in heel Europa . Zij werd ook opgenomen in de liturgische boeken van verscheidene particuliere kerken en is als het ware een erfdeel geworden van de religieuze orden van evangelisch en apostolisch leven die in het begin van de dertiende eeuw tot bloei kwamen.
Bij de liturgievernieuwing die is gevolgd op het Concilie van Trente, werd de gewoonte om de gedachtenis van de heilige maagd Maria op zaterdag te vieren in het Romeins missaal ingevoerd. (Verzameling misformulieren ter ere van de heilige maagd Maria, Inleiding, nr. 35)
Er zijn geen redenen bekend die ertoe geleid hebben de zaterdag te kiezen als de dag van de heilige Maria. Vervolgens zijn er talrijke verklaringen van gegeven, die echter de beoefenaars van de geschiedenis van de godsvrucht niet volledig bevredigen. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 188)
De viering van Maria op zaterdag sinds Vaticanum II
De liturgievernieuwing van het Tweede Vaticaans Concilie heeft de gedachtenis van de heilige maagd Maria op zaterdag een nieuwe glans gegeven en haar opnieuw aangezet. Zij heeft er namelijk voor gezorgd dat deze gedachtenis vaker dan vroeger gevierd kan worden, bovendien heeft zij het aantal misformulieren en schriftlezingen hiervoor vergroot en nieuwe gebedsteksten ingevoerd. (Verzameling misformulieren ter ere van de heilige maagd Maria, Inleiding, nr. 35)
Het Romeins Missaal bevat verschillende formulieren voor de viering van de mis ter ere van de heilige Maagd Maria in de morgenuren van de zaterdag in de tijd "door het jaar", waarbij vrije gedachtenissen toegestaan zijn; eveneens biedt ook het Getijdenboek voor de zaterdagen in de tijd "door het jaar" een officie van de heilige Maria op zaterdag. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 188)
Betekenis
De gedachtenis van de heilige Maria op zaterdag wordt in verschillende kerkelijke gemeenschappen gevierd als een inleiding op 'de dag des Heren'. Terwijl men de viering voorbereidt van de wekelijkse gedachtenis van de verrijzenis des Heren, ziet men vol eerbied op naar de heilige Maagd, die als enige van alle leerlingen op de 'grote sabbat' van Christus' grafrust met geloof en hoopvol wakend uitzag naar zijn verrijzenis. Deze wekelijkse 'oude... en eenvoudige' gedachtenis van de heilige Maria herinnert in zekere zin aan de voortdurende aanwezigheid van de heilige Maagd in het leven van de kerk. (Verzameling misformulieren ter ere van de heilige maagd Maria, Inleiding, nr. 36)
Tegenwoordig legt men, afgezien van de duistere historische oorsprong ervan, terecht de nadruk op enkele waarden van de gedachtenis waarvoor “de huidige spiritualiteit gevoeliger is: dat wil zeggen het is een herinnering aan de houding van de “heilige Maagd” als moeder en leerlinge die “op stille zaterdag”, toen Christus in het graf lag, op unieke wijze sterk in geloof en hoop, alleen onder alle leerlingen, waakzaam wachtte op de verrijzenis van de Heer”; het is een voorspel van en inleiding op de viering van de zondag, het allereerste feest, de wekelijkse gedachtenis van de verrijzenis van Christus; met haar wekelijkse ritme is het een teken dat de Maagd voortdurend tegenwoordig en werkzaam is in het leven van de Kerk. (Directorium over volksvroomheid en liturgie, 188)