Nieuw misformulier ten tijde van een pandemie
Een speciaal misformulier dat ten tijde van de COVID-19 gebruikt kan worden is op 30 maart 2020 gepubliceerd door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten. De publicatie van de Nederlandse vertaling wordt voorbereid.
Eeuwenlang bevatte het Romeins missaal een misformulier dat gebruikt werd ten tijde van besmettelijke ziekten en van hoog sterftecijfer. Het werd opgenomen in het Missale Romanum van 1570 onder de titel “ter vermijding van sterfte” (Missa pro vitanda mortilitate), en kende in de titel nadien ook soms de toevoeging “of ten tijde van de pest” (vel tempore pestilentiae). De aanduiding ‘pest’ (‘pestilentia’) was in de middeleeuwen en daarna een verzamelnaam voor allerlei besmettelijke ziekten, vooral wanneer deze een spoedige dood veroorzaakten.
De laatste editie van het Missale Romanum volgens het Concilie van Trente (1962) bevatte dit misformulier ook nog. In de verschillende edities van het Missale Romanum volgens de liturgieherziening van Vaticanum II vanaf 1970 ontbrak zo’n formulier echter.
Naar aanleiding van de actuele pandemie van COVID-19 is nu na vijftig jaar, op 30 maart 2020, opnieuw een formulier uitgegeven door de betreffende Romeinse Congregatie voor de liturgie: Missa in tempore universalis contagii (Prot. N. 156/20).
Het decreet waarmee het formulier werd gepubliceerd roept met de woorden van psalm 90, 5.6 op om geen vrees te hebben voor de donkere tijden, omdat God zijn volk ook ten tijde van beproeving niet verlaat. De Romeinse Congregatie kreeg vanuit de hele wereld verzoeken om een misformulier waarin God gesmeekt wordt om beëindiging van de pandemie.
Het misformulier werd door de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst gepubliceerd in het Latijn met tegelijkertijd vertalingen in het Italiaans, Spaans, Engels, Portugees en Frans. Een Nederlandse vertaling is gemaakt door de NRL en wordt ter goedkeuring voorgelegd.
Het nieuwe misformulier kan overeenkomstig de rubrieken van de ‘Missen en gebeden voor verschillende noden of intenties’ gevierd worden op alle dagen, behalve op hoogfeesten, de zondagen van de advent, van de veertigdagentijd en van Pasen, op de dagen onder het paasoctaaf, op de gedachtenis van alle overleden gelovigen (Allerzielen), op Aswoensdag en in de Goede Week. Het beveelt God de zieken en overledenen aan en bidt om goddelijke bijstand voor allen die zorg dragen voor wie in een situatie van pandemie leiding geven en werkzaam zijn in de gezondheidssector.
De bijbellezingen kunnen ontleend worden aan Lectionarum, dl. IV (formulier 17: “In elke nood”), p. 700 e.v.
In tegenstelling tot het vroegere formulier ontbreekt nu de gedachte aan de gesel van Gods toorn en aan bevrijding van dwalingen.