NRL over palmtakjes voor Palmzondag

25 feb 2019

De laatste jaren is er vanwege de aanwezigheid van de buxusmot op sommige plaatsen van Nederland gebrek aan de traditionele palmtakjes van de buxusplant (buxus sempervirens) voor gebruik in de liturgie van Palmzondag. De rupsen van de buxusmot kunnen in korte tijd alle buxusplanten aantasten. Zijn er alternatieven?

Advies van de NRL

Deze kwestie is besproken op de vergadering van de Nationale Raad voor Liturgie met de diocesane vertegenwoordigers. Er werd op gewezen dat de buxusmot in bepaalde gebieden weliswaar een tekort heeft veroorzaakt aan deze takjes, maar dat de struiken daarna toch weer uitlopen. Via bloemisten is er echter voldoende buxus leverbaar. Alternatieven zijn mogelijk. De (bladeren van de) takken dienen wel groen te zijn in het voorjaar. Hierbij valt te denken aan coniferen en de Japanse hulst (ilex crenata).

Sinds de liturgievernieuwing ligt de nadruk op het gebruik van (grotere) takken bij de processie als huldebetoon aan Christus; de kleine palmtakjes, die eerder een beschermende betekenis hebben, zijn vooral geschikt voor devotioneel gebruik buiten de Palmzondag-liturgie.

Bijbelse oorsprong

In de evangelies die de koninklijke intocht van Jezus in Jeruzalem beschrijven is enerzijds sprake van het bedekken van de weg met takken en anderzijds van het toejuichen van Jezus (als de Gezegende die komt in de naam des Heren) door de omstanders met takken in hun hand. Sommigen bedekten de weg met twijgen, die ze volgens Matteüs van de bomen hadden gesneden (Mt. 21, 8: “Alii caedebant ramos de arboribus, et sternebant in via”); Marcus verhaalt dat velen dat deden met groene takken die ze in het veld gekapt hadden (Mc. 11, 8: “alii frondes, quas exciderant in agris”). ‘Frondeo’ betekent ‘loof hebben’, ‘in blad staan’, ‘groen zijn’. Het evangelie volgens Lucas (Lc. 19, 36) maakt geen melding van het bedekken van de weg met takken.

De evangelist Johannes meldt echter, dat de mensen die naar het feest waren gekomen, Hosanna roepend Jezus tegemoet trokken met takken van de palmbomen (Joh. 12, 13: “acceperunt ramos palmarum et processerunt obviam ei et clamabant: Hosanna …”). Bij het joodse Loofhuttenfeest werden palmtakken gebruikt (Lev. 23, 40; Nehemia 8, 15) en de beschrijving van de intocht van Jezus heeft verschillende kenmerken van het Loofhuttenfeest (1 Makk. 13, 37.51; Apok. 7, 9).

Wanneer in de bijbel sprake is van een palmboom, wordt daarmee de dadelpalm aangeduid; de takken ervan vormen een goede bescherming tegen de zon. Door de sterkte, taaiheid en schoonheid geldt deze palmtak als symbool van de rechtvaardige (Ps. 92, 13) en is hij ook een teken van zege en onoverwinnelijkheid.

Gebruik in de loop der tijden

Terwijl alleen het evangelie van Johannes spreekt over palmtakken waarmee de juichende menigte Jezus tegemoet trok, verhaalt Egeria in de tweede helft van de vierde eeuw in haar verslag over haar pelgrimsreis naar het Heilig Land, dat naast palmtakken ook olijftakken werden gedragen bij de herdenking van de intocht van de Heer in Jeruzalem (Pergrinatio Egeriae, nr. 31: “omnes ramos tenentes alii palmarum, alii olivarum”).

De westerse kerkvaders gaven symbolische duidingen voor de palmtakken bij de intocht van Jezus in Jeruzalem: de takken waren teken van de overwinning van Christus op de dood, en op de duivel. Hieronymus zag de palmen als een overwinningsteken. Ambrosius wees op de steeds groen en fris blijvende kleur van de palmtakken en zag daarin een teken van jeugdige deugd en van onschuld, evenals van de steeds groene, levende kracht van de genade van Christus. Augustinus duidde de palmtakken als overwinning van Christus over dood en duivel.

Niet alleen deden andere soorten takken dan alleen palm- en olijftakken hun intrede in het Westen, ook de betekenis van de tak als teken van glorie en overwinning veranderde. De takken of twijgen gingen steeds meer functioneren in een buiten-liturgische context als afweermiddel tegen onheil.

In Noord-Europa werden op Palmzondag bij gebrek aan palm- en olijftakken ook buxus en hulst ofwel steekpalm (ilex aquifolium) gezegend, of andere planten met groene bladeren. Zowel grotere takken van bomen, als groene takjes van wat op het veld gevonden wordt, werden niet alleen verbonden met de intocht van Jezus, maar ook met volksgebruiken ter afwering van duivels kwaad.

Richtlijnen sinds de liturgieherziening

Bij de herziening van de Goede Week in 1955 bepaalde de Ritencongregatie dat voor de wijding en processie op Palmzondag takken gebruikt worden “van palm- of olijfbomen of andere bomen; deze takken worden naar eigen plaatselijk gebruik ofwel door de gelovigen zelf gereed gemaakt en naar de kerk gebracht, ofwel na de wijding aan de gelovigen uitgedeeld”.

In de liturgievernieuwing volgens Vaticanum II is de oorspronkelijke betekenis hersteld: het gebruik van palmtakken op Palmzondag is verbonden met de processie. In deze processie dragen de gelovigen palmtakken of takken van andere bomen. De palmen of takken worden gezegend om ze in de processie mee te dragen. De palmen, die thuis bewaard worden, herinneren de gelovigen aan de overwinning van Christus die zij in de processie hebben gevierd.

Het Directorium voor liturgie en volksvroomheid uit 2002 (nr. 139) vat de betekenis samen. De deelname aan de processie is werkelijk van belang en niet alleen het zich verschaffen van een palm- of een olijftak(je); deze takjes mogen niet bewaard worden als een amulet of louter voor een therapeutisch of apotropaeïsch doel, d.w.z. om boze geesten op een afstand te houden en om schade af te wenden die door hen veroorzaakt wordt aan huizen en velden: dit zou een vorm van bijgeloof kunnen zijn. De takken dienen vooral bewaard te worden als getuigenis van het geloof in Christus, de Messiaanse koning, en zijn overwinning met Pasen, aldus het Directorium.

De officiële aanstelling tot lector en acoliet kan voortaan ook gegeven worden aan vrouwen, aldus een besluit van paus Franciscus... Lees verder
De heilige Gregorius van Narek, Johannes van Avila en Hildegard van Bingen zijn in de afgelopen jaren door de Kerk... Lees verder
De aanhoudende coronapandemie stelt de Kerk bij herhaling voor de vraag, op welke wijze veilig gestalte kan worden gegeven aan... Lees verder
Het is ongepast om in de liturgie, ter vervanging van de liturgische boeken, gebruik te maken van vouwblaadjes, fotokopieën en... Lees verder
Vanwege de voortdurende coronapandemie mogen de priesters in de komende kersttijd vier missen celebreren, nl. op Kerstdag, op nieuwjaarsdag (viering... Lees verder
Vanwege een reorganisatie van magazijn en archief is nog een zeer beperkt aantal zondagslectionaria voor de jaren A, B en... Lees verder
Om de Nederlandse vertaling van enkele recente formulieren nog op te kunnen nemen in de supplementen bij het Altaarmissaal, het... Lees verder
De vernieuwde webshop is gelanceerd op de website van de NRL. In de webshop zijn de beschikbare uitgaven overzichtelijk weergegeven... Lees verder
Als aanvulling bij de lectionaria voor de zondagen en de viering van de heiligen heeft de NRL een omvangrijk boekwerk... Lees verder
Het Altaarmissaal voor de Nederlandse Kerkprovincie verscheen begin 1979. Sindsdien zijn o.a. in de universele en particuliere (diocesane) heiligenkalenders meer... Lees verder