Op deze dag vond te Brielle aan de Maas het martelaarschap plaats van negentien priesters en kloosterlingen, voor het merendeel inwoners van Gorcum: pastoor Leonardus Veghel met zijn kapelaan Nicolaus Poppel, de gardiaan van de Franciscanen Nicolaus Pieck met tien gezellen en verder zes anderen uit de diocesane of reguliere geestelijkheid. Zij verdedigden de leer van Christus’ werkelijke tegenwoordigheid in de Eucharistie. Ook kwamen zij op voor het gezag van de paus als zichtbaar hoofd van de Kerk in Christus’ naam en verdedigden zij de autoriteit van de Kerk voor het juiste verstaan van de Heilige Schrift. Hun calvinistische belagers dwongen hen tot spotprocessies en lieten hun verschillende folteringen ondergaan. Ten slotte werden zij opgehangen in een turfschuur en zij volbrachten zo de goede strijd.