Paus Franciscus: belang van kerkmuziek en actieve deelname in de liturgie
“Het gaat er vooral om geconcentreerd deel te nemen aan Gods mysterie, aan de Godsopenbaring, de ‘theofanie’ die zich in iedere eucharistieviering voltrekt; hierin komt de Heer immers tegenwoordig te midden van zijn volk, dat geroepen is werkelijk deel te nemen aan het heil dat door de gestorven en verrezen Christus wordt geactualiseerd. De actieve en bewuste deelname bestaat er dus in, dat men ten diepste weet binnen te treden in zo’n groot mysterie, dat men in staat is het te beschouwen, te aanbidden en te ontvangen, en de betekenis ervan kan ontwaren, vooral dankzij de gewijde stilte en de muzikaliteit van de taal waarin de Heer tot ons spreekt”.
Dit hield paus Franciscus op 4 maart 2017 in Rome voor aan de deelnemers van een internationaal congres over de gewijde muziek. Volgens paus Franciscus gaat het enerzijds erom het overgeleverde rijke en veelvormige erfgoed te behouden en te waarderen door het in deze tijd evenwichtig te gebruiken en daarbij het risico te vermijden van een nostalgische en “archeologische” visie. Anderzijds dient men ervoor te zorgen dat de gewijde muziek en de liturgische zang volledig “geïncultureerd” zijn in het verschillende artistieke en muzikale taaleigen van dit moment. Dit houdt in, dat het Woord van God zo moet worden geïncarneerd en vertaald in gezangen en kerkmuziek, dat het hart van de huidige mens erdoor wordt geraakt en geopend voor het geloof en dat de gelovigen het gevierde geloofsmysterie kunnen ontvangen in een volledige deelname.
“Zeker, de ontmoeting met de moderne tijd en de invoering van de landstalen in de liturgie hebben voor veel problemen gezorgd: op het vlak van de taal, de vorm en de muzikale genres. Dikwijls voerden een zekere middelmaat, oppervlakkigheid en banaliteit de boventoon ten koste van de schoonheid en diepgang van de liturgische vieringen. Daarom kunnen de hoofdpersonen op dit terrein - musici, componisten, dirigenten en zangers van koren en scholae cantorum, en cantors - een kostbare bijdrage leveren aan de vernieuwing, vooral in kwalitatieve zin, van de gewijde muziek en de liturgische zang.” De paus acht daarvoor een passende muzikale vorming nodig, ook bij hen die zich voorbereiden op het priesterschap; deze vorming moet gebeuren in dialoog met de muzikale stromingen van onze tijd, met de instanties op verschillend cultureel terrein, en in een oecumenische houding.
Paus Franciscus besloot zijn toespraak met de oproep om het belangrijke eigen doel van de gewijde muziek en zang niet uit het oog te verliezen: “Het gaat erom de liturgische gemeenschap en het volk van God te helpen het Godsmysterie te ontwaren en eraan deel te nemen met alle zintuiglijke vermogens, lichamelijke en geestelijke. De gewijde muziek en de liturgische zang hebben tot taak ons de zin voor Gods glorie te geven, voor zijn schoonheid en zijn heiligheid”.