Oostenrijk: hervatting liturgische vieringen vanaf 15 mei 2020
Gezien de daling van het aantal COVID-19-infecties hebben de Oostenrijkse bisschoppen besloten tot een eerste facilitering van de publieke liturgische samenkomsten. Voor deze eerste fase vanaf 15 mei 2020 geldt dat de gelovigen nog steeds zijn ontslagen van de zondagsplicht (deelname aan de zondagsmis).
Het maximum aantal personen dat kan deelnemen aan de viering wordt bepaald door de grootte van de kerk in de verhouding van 1 persoon per 10 m2 van de totale oppervlakte. In ieder geval moet in het kerkgebouw een afstand worden aangehouden van tenminste 2 meter tot andere personen met wie men niet in hetzelfde huishouden woont. De minimumafstand kan echter geringer zijn voor de duur van noodzakelijke en kortstondige liturgische handelingen.
Bij het betreden van het kerkgebouw is het dragen van mond- en neusbescherming (mondmasker, sjaal, doek) verplicht voor iedereen, met uitzondering van kinderen onder de zes jaar. Indien mogelijk moeten er bij de ingang van de kerk desinfecterende middelen worden verstrekt. Samenkomsten van mensen vóór en na de kerkdiensten bij de in- en uitgangen van de kerk moeten vermeden worden. De wijwaterbakken moeten leeg en gereinigd zijn. Oppervlakken of voorwerpen die herhaaldelijk worden aangeraakt, zoals deurkrukken, moeten regelmatig worden gedesinfecteerd.
Als het niet mogelijk is om voor het verrichten van liturgische diensten (priester, lector, cantor, enz.) tijdens de viering een beschermend mondmasker te dragen, zijn deze personen daarvan vrijgesteld voor de absoluut noodzakelijke tijdsspanne. Omdat het voor de celebrant problematisch is om veelvuldig het beschermende mondmasker aan en af te doen, zal hij dit meestal niet dragen.
De mandjes voor de collecte worden niet in de rijen doorgegeven, maar bijvoorbeeld bij de uitgang van de kerk geplaatst.
Omdat voor zover bekend het virus zich voornamelijk verspreidt via de lucht die ingeademd wordt, en de verspreidingskans groter is wanneer mensen langer bij elkaar blijven in gesloten ruimtes, samen spreken en samen zingen, moeten het samen bidden en zingen tot een minimum beperkt blijven. Er dient voor en na de vieringen zoveel mogelijk geventileerd worden.
Als er tijdens de liturgische viering toch direct handcontact is geweest (bijvoorbeeld als de handen elkaar tijdens de communie hebben aangeraakt), moet de liturgische handeling worden onderbroken, en wassen of desinfecteren de betrokken personen hun handen. Daarna kan de viering worden voortgezet.
Ook op doordeweekse dagen vindt de mis plaats in de grote kerk (en niet in een weekdagkapel).
De hosties worden in de sacristie in een hostieschaal of ciborie gedaan, nadat de handen zijn gewassen en gedesinfecteerd. De celebrerende priester maakt gebruik van een aparte pateen voor de (grote) hostie die voor hemzelf bedoeld is, die hij in zijn handen neemt bij de consecratie, breekt bij het Agnus Dei en tenslotte zelf nuttigt. Tijdens het eucharistisch gebed blijft de ciborie met de hosties voor de andere gelovigen afgedekt.
Na de communie door de celebrant zelf, gaat hij naar de credenstafel, zet het mondmasker op, wast hij zijn handen grondig met warm water en zeep, of desinfecteert hij zijn handen en neemt hij de ciborie. De Oostenrijkse bisschoppen voorzien dat bij het uitreiken en ontvangen van de communie de begeleidende teksten “Lichaam van Christus“ – “Amen“ achterwege blijven uit hygiënische overwegingen. Alleen handcommunie is mogelijk. Bij het communiceren moet de grootst mogelijke afstand worden aangehouden tussen de communie-uitreiker en de communicant. Er moet op worden toegezien dat zij elkaars handen niet aanraken. Met de H. Hostie in de hand gaat de communicant minstens twee meter opzij en nuttigt hij of zij de H. Hostie door het mondmasker een beetje op te tillen.
Na het slotgebed en de zegen wordt de mis onmiddellijk beëindigd. Een danklied en eventuele mededelingen blijven achterwege.
Ook voor andere liturgische vieringen, o.a. voor vieringen in de openlucht en voor het feest en de processie van Sacramentsdag hebben de Oostenrijkse bisschoppen concrete aanwijzingen gegeven die gelden ten tijde van de COVID-19-pandemie.