Vaticaan: biecht en algemene absolutie ten tijde van Covid-19
Concrete richtlijnen over de bediening van het sacrament van de biecht en over de voorwaarden voor algemene absolutie in tijd van de coronapandemie werden op 19 maart 2020 uitgevaardigd door de Apostolische Penitentiarie van het Vaticaan.
De tekst van dit document volgt hier in Nederlandse vertaling:
Apostolische Penitentiarie
Notitie over het Sacrament van de Verzoening
in de huidige pandemie,
20-03-2020
“Ik ben met u alle dagen.” (Mt 28,20)
De ernst van de huidige omstandigheden vraagt om een bezinning op de urgentie en de centrale betekenis van het sacrament van de verzoening, met enkele noodzakelijke verduidelijkingen, zowel voor de lekengelovigen als voor de bedienaren die geroepen zijn om het Sacrament te vieren.
Ook in de tijd van Covid-19 wordt het sacrament van de verzoening toegediend in overeenstemming met de normen van het universele canonieke recht en met de bepalingen van de Ordo Paenitentiae.
De individuele biecht is de gewone manier om dit sacrament te vieren (vgl. CIC can. 960), terwijl de algemene absolutie, zonder voorafgaande individuele biecht, niet kan worden gegeven, tenzij bij dreigend stervensgevaar, wanneer er de tijd ontbreekt om de belijdenis van iedere boeteling afzonderlijk te aanhoren (vgl. CIC can. 961 § 1), of bij een ernstige noodzaak (vgl. CIC can. 961 § 1,nr. 2), waarvan de afweging de verantwoordelijkheid is van de diocesane bisschop, met inachtneming van de criteria die zijn overeengekomen met de overige leden van de bisschoppenconferentie (vgl. CIC can. 455 § 2) en zonder afbreuk te doen aan de noodzaak, voor een geldige absolutie, van een votum sacramenti van de kant van de individuele boeteling, dat wil zeggen het voornemen om op de gepaste tijd de zware zonden te belijden die op dat moment niet beleden konden worden (vgl. CIC can. 962 § 1).
Deze Apostolische Penitentiarie is van mening dat, vooral op de plaatsen die het meest getroffen zijn door de pandemische besmetting, en dit totdat het fenomeen afneemt, de gevallen van ernstige noodzaak zich voordoen die hierboven in CIC 961 § 2 zijn vermeld.
Elke verdere specificatie wordt bij wet gedelegeerd aan diocesane bisschoppen, steeds met inachtneming van het hoogste goed van het heil van de zielen (vgl. CIC can. 1752).
Bij onvoorziene noodzaak om meerdere gelovigen samen de sacramentele absolutie te geven, is de priester verplicht de diocesane bisschop zoveel mogelijk vooraf te waarschuwen of, als hij dat niet kan, hem zo snel mogelijk daarna te informeren (vgl. Ordo Paenitentiae, n. 32).
In de huidige noodsituatie van een pandemie is het dus aan de bisschop om de priesters en boetelingen te wijzen op de prudente aandacht die moet worden besteed aan de individuele viering van de sacramentele verzoening, zoals de viering op een geventileerde plaats buiten de biechtstoel, het nemen van een gepaste afstand, het gebruik van beschermingsmaskers, zonder afbreuk te doen aan de absolute aandacht voor het waarborgen van het ‘sacramentele zegel’ [het biechtgeheim] en de noodzakelijke discretie.
Bovendien is het altijd aan de bisschop om in het territorium van zijn eigen kerkelijke jurisdictie en met betrekking tot het niveau van de pandemische besmetting te bepalen in welke gevallen van ernstige noodzaak het geoorloofd is om de collectieve absolutie te verlenen: bijvoorbeeld bij de ingang van ziekenhuisafdelingen, waar de geïnfecteerde gelovigen in stervensgevaar worden opgenomen in het ziekenhuis; daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van middelen ter versterking van de stem, zodat de absolutie kan worden gehoord.
Om de noodzakelijke geestelijke hulp aan zieken en stervenden te garanderen moet worden nagedacht over de noodzaak en de wenselijkheid om, waar nodig en in overleg met de gezondheidsautoriteiten, groepen van “buitengewone ziekenhuiskapelaans” op te richten, ook op vrijwillige basis en met inachtneming van de normen voor de bescherming tegen besmetting.
Wanneer de individuele gelovigen zich in de pijnlijke onmogelijkheid bevinden om de sacramentele absolutie te ontvangen, moet men beseffen dat men door een volmaakt berouw vergeving van zonden, zelfs van doodzonden, verkrijgt. Zo’n volmaakt berouw is een berouw dat voortkomt uit de liefde tot God die men boven alles bemint, dat tot uitdrukking komt in een oprecht verzoek om vergeving (volgens het vermogen van de boeteling op dit moment om dit tot uitdrukking te brengen) en dat gepaard gaat met het votum confessionis, nl. het vaste voornemen om zo snel mogelijk te naderen tot de sacramentele biecht, die vergiffenis van zonden schenkt, ook van doodzonden (vgl. KKK, n. 1452).
Niet eerder werd de kracht van de gemeenschap der heiligen zo ervaren in de Kerk, die haar geloften en gebeden tot haar gekruisigde en verrezen Heer verheft, vooral het heilig Misoffer, dat dagelijks door priesters wordt opgedragen, ook zonder aanwezigheid van het volk.
Als goede moeder smeekt de Kerk de Heer dat de mensheid bevrijd mag worden van de huidige plaag, op voorspraak van de heilige Maagd Maria, moeder van barmhartigheid en heil van de zieken, en van haar bruidegom, de heilige Jozef onder wiens bescherming de Kerk altijd op tocht is in de wereld.
Mogen de allerheiligste Maagd Maria en de heilige Jozef overvloedige genaden van verzoening en verlossing verkrijgen voor ons, die aandachtig luisteren naar het Woord van de Heer, dat Hij vandaag opnieuw tot de mensheid spreekt: “Weest niet halsstarrig, erkent Mij als God” (Ps. 46, 11), “Ik ben met u alle dagen” (Mt. 28, 20).
Gegeven in Rome, vanuit de Apostolische Penitentiarie, op 19 maart 2020, hoogfeest van de H. Jozef, bruidegom van de H. Maagd Maria en patroon van de universele Kerk.
Mauro kardinaal Piacenza
Grootpenitencier
Krzysztof Nykiel
Regent
Bron:
http://www.vatican.va/roman_curia/tribunals/apost_penit/documents/rc_tri...