Aswoensdag 2021 - Vaticaan en NRL: De wijze van het opleggen van de as
De aanhoudende coronapandemie stelt de Kerk bij herhaling voor de vraag, op welke wijze veilig gestalte kan worden gegeven aan bepaalde vieringen en liturgische handelingen. Van de kant van de Romeinse Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, alsook door de Nederlandse Bisschoppenconferentie zijn daaromtrent reeds een aantal richtlijnen uitgevaardigd.
Op 12 januari 2021 heeft de Romeinse congregatie een notitie gepubliceerd over de wijze van de asoplegging op Aswoensdag ten tijde van de pandemie (Prot. N. 17/21). Deze notitie, ondertekend door de prefect, kardinaal R. Sarah, en de secretaris, aartsbisschop A. Roche, geeft een nadere precisering gegeven over het concrete verloop van de ritus. De tekst van deze verklaring luidt:
“Nadat de priester het gebed heeft gezegd om de as te zegenen, en deze zonder iets te zeggen met wijwater heeft besprenkeld, spreekt hij eenmaal voor alle aanwezigen de formule volgens het Romeins Missaal: ‘Bekeert u en gelooft in het evangelie’, of ‘Bedenk wel: stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’.
Vervolgens reinigt de priester zijn handen en zet het mondkapje op om de neus en de mond af te dekken; daarna legt hij de as op bij degenen die naar hem toe komen, of eventueel gaat hij naar hen toe, die op hun plaats blijven staan. De priester neemt de as en strooit deze zonder iets te zeggen boven het hoofd van ieder afzonderlijk.”
Begin januari had de Nationale Raad voor Liturgie al het volgende advies met toelichting over de wijze van asoplegging laten uitgaan naar de afzonderlijke Nederlandse bisdommen:
Met betrekking tot de komende veertigdagentijd stelt zich de vraag, hoe de asoplegging op Aswoensdag het beste kan gebeuren.
Traditioneel kent men twee verschillende vormen: het strooien van as boven het hoofd van degene die aan deze boeteritus op Aswoensdag deelneemt, ofwel het getekend worden met as (in de vorm van een kruisteken) op het voorhoofd.
De Nationale Raad voor Liturgie adviseert dat tijdens de pandemie op Aswoensdag alleen gebruik gemaakt wordt van de eerste vorm: het strooien van as op het hoofd. Dit is de oudste vorm in de christelijke traditie, gebaseerd op bijbelse gebruiken.
In de christelijke traditie kreeg de asoplegging op Aswoensdag allereerst een plaats in de publieke boete. Toen deze publieke boete in de middeleeuwen in onbruik raakte, bleef toch het gebruik bestaan om bij het begin van de vasten bestrooid te worden met as, maar niet alleen voor publieke zondaars en boetelingen. De ritus werd voorgeschreven voor alle gelovigen: clerici en mannelijke leken werd as op het hoofd gestrooid, vrouwen ontvingen een askruisje op het voorhoofd. Later werd het onderscheid doorgevoerd voor enerzijds clerici, anderzijds leken.
In verband met de bijbelse achtergrond, de christelijke traditie en de betekenis van de as kan het nuttig zijn hier het ‘Directorium over volksvroomheid en liturgie’ (nr. 125; vgl. Liturgische Documentatie, dl. 2, p. 89-90) te citeren:
“Het begin van de veertig dagen van boetedoening wordt in de Romeinse ritus aangeduid door het sobere symbool van de as dat de liturgie van Aswoensdag kenmerkt. Behorende tot het oude ritueel waarbij bekeerde zondaars zich onderwierpen aan de canonieke boetedoening, heeft het gebaar van het zich bestrooien met as de betekenis dat men zijn eigen broosheid en sterfelijkheid, die door Gods barmhartigheid verlost moeten worden, erkent. Het is verre van een louter uiterlijk gebaar en de Kerk heeft het dan ook bewaard als het symbool van de houding van een boetvaardig hart. Iedere gelovige is ertoe geroepen deze aan te nemen gedurende de veertigdagentijd. De gelovigen, die met velen toestromen om de asoplegging te ontvangen, zullen dus geholpen dienen te worden om de innerlijke betekenis te zien die opgesloten ligt in dit gebaar: het maakt de mens ontvankelijk voor de bekering en de inzet voor de vernieuwing van Pasen.”
Bron: http://www.cultodivino.va/content/cultodivino/it/documenti/note/nota-mercoledi-delle-cenere.html